Beïnvloed door de tandarts

Vaak ben ik veel te vroeg voor afspraken. Maar die dag loop ik precies op de afgesproken tijd de wachtkamer binnen. Alles om te voorkomen dat ik te lang in spanning moet zitten en mezelf opvreet van de zenuwen. Het was tevergeefs. Zoals dat vaker bij de tandarts gaat, word ik te laat naar binnen geroepen. En in die tijd zinkt de moed in mijn schoenen en verander ik in 1 grote zenuwpees.

Compliment
Wat fijn dat je even hebt willen wachten’, zegt de tandarts. Da’s geen zin die ik vaker hoor en toch herken ik de techniek. De tandarts maakt het wachtmoment klein door ‘even’ te gebruiken. En nog slimmer: hij geeft míj een compliment en draait zo de situatie in zijn voordeel. Dat was heel anders geweest wanneer de tandarts had gezegd: ‘Sorry dat ík te laat ben.

Lachen is gezond
Terwijl hij die beïnvloedingstechniek toepast, heeft de tandarts een grote lach op zijn gezicht. Dat werkt: lachen verlaagt de productie van stresshormonen, ook als je dit bij een ander waarneemt.

Terwijl de spanning bij mij afneemt, plof ik neer op de tandartsstoel.

Autoriteit
Mijn blik wordt getrokken naar het wandje recht voor mij. Op dit wandje hangen op ooghoogte tig certificaten en diploma’s. Stuk voor stuk in gouden, kitscherige lijstjes. Autoriteit geclaimd: vinkje.

Dan hoor ik een mechanisch zuchtje dat ontsnapt uit zijn scharnieren. De rugleuning daalt en voordat ik het weet lig ik plat op de tandartsstoel. Even later staar ik naar een blauw chirurgisch laken dat ook mijn ogen bedekt. Het enige wat níét is afgedekt, zijn mijn neus en mond.

Verkleinwoordjes
Tijdens de behandeling valt mij op dat de tandarts veel verkleinwoordjes gebruikt. Zo vertelt hij mij dat hij een sneetje in mijn tandvlees zet. En dat hij met een boortje nu in mijn kaakbot gaat boren. Dan nog een paar hechtinkjes en het zit er alweer op.

Normaal hekel ik verkleinwoorden omdat het gebruik ervan vaak een blijk is van onzekerheid waardoor het niet overtuigend is. Denk aan uitspraken als: ‘ik heb een bedrijfje’ of ‘ik heb een goed ideetje’. Maar de tandarts hoeft mij die dag niet te overtuigen: ik heb eerder al getekend voor de veel te dure behandeling. Het is aan de tandarts om mij gerust te stellen en te zorgen dat ik hem vertrouw, terwijl ik onder dat chirurgisch laken lig en niets kan zien.

Dat lukt ’m. Een stuk beter dan wanneer hij een snee in mijn tandvlees had gezet of met een boor in mijn kaakbot was gaan boren.