Pro-kerst of anti-kerst, welk team ben jij?

De kerstperiode voelt soms als de klassieker Ajax – Feyenoord. Er zijn 2 teams. Pro-kerst en anti-kerst. All-in of all-out. Dat heeft weinig te maken met lichtjes, bomen of diners. Het gaat over menselijk gedrag. Over hoe ons brein betekenis geeft aan ervaringen. Waar het voor de één voelt als thuiskomen en voor de ander als iets om zo snel mogelijk te vermijden.

Anti-kerst
Het is overduidelijk. Ik ben de rechts back van Team anti-kerst. Het is te herleiden naar mijn jeugd waar ik die 2 kerstdagen vooral van alles moest en niets mocht. Ik moest vooral voldoen aan de eisen van anderen en doen 'alsof het gezellig was'. Dus daar zat ik, verplicht rond de kerstboom christelijke liederen zingen, ingeklemd tussen mijn broers, in kleermakerszit. Niet spelen met het speciaal voor deze gelegenheid opgepoetste zilveren bestek. Voorzichtig doen met het kristallen glaswerk dat alleen tijdens kerst uit de kast werd gehaald. Mijn overdreven nette jurkje in de plooi houden. Niet ruziën met mijn broers, want kerst was het feest van vrede op aarde.

Voor wie mij kent, weet het: ik ga niet zo goed op ‘moeten’. Dit werkwoord zorgt bij mij direct voor kippenvel en weerstand. Daar ben ik niet de enige in. Want iets ‘moeten’, staat haaks op autonomie. En juist autonomie is een van de belangrijkste basisbehoeften van de mens. Dus 'moeten' mensen iets (of mogen we iets niet) dan reageert het brein direct op die op inperking van vrijheid. Want we verliezen dan de controle. Maar als mensen mogen kiezen, ervaart het brein controle. En controle… dat voelt veilig. Maar ja, rond de kerstdagen zitten we echter vaak vast in tradities en patronen, waardoor er weinig te kiezen lijkt. 

Voor mijzelf speelt een stukje nostalgie ook mee. Omdat het verplicht gezellig móést zijn en het plaatje vooral voor de buitenwereld moest kloppen, voelde het ook als een groot toneelstuk. Dat gevoel zit diep verankert in mijn brein. Heel diep verankerd.

Pro-kerst
Tegelijkertijd zijn er ook ontzettend veel mensen die heel goed gaan op alle tradities en patronen. Die all in gaan en oprecht genieten. Zij hebben duidelijk minder last van de tijdelijke inperking van de vrijheid en volgen de tradities en patronen met plezier. Ik vind dat lastig voor te stellen maar als je kijkt naar hoe dat dan werkt in het brein, is het natuurlijk ook prima te verklaren. 

Want waar tradities voor sommigen voelen als moeten, ervaren anderen de voorspelbaarheid ervan als veilig. Tradities zijn vast, bekend en herhaalbaar. Hierdoor verlaagt de onzekerheid, vermindert het denkwerk en zo ontstaat er rust. Ook valt de beslismoeheid weg. Even niet nadenken over wat we eten, want we gaan natuurlijk weer gourmetten, zoals elk jaar. En eerste kerstdag zijn we bij 'mijn ouders', tweede kerstdag bij de schoonouders. Dat voelt prettig, vooral aan het einde van het jaar als de beslismoeheid op z'n piek is.

En wat denk je van de sociale druk? Op socials, televisie en in de omgeving: 'iedereen' lijkt er in mee te gaan. Loop je in de supermarkt en zie je de overvolle winkelkarren vol ragout, drank, gourmetschotels en jij staat daar met een diepvriespizza, dan hoor je er niet bij. Maar sta je daar met je uitpuilende winkelwagen? En schrik je jezelf ook het apelazarus van de kassabon? Dan vergroot dat de verbondenheid en vertrouwen van team Pro-kerst onderling. 

En dan op die eerste kerstdag, opgedirkt aan het diner, zit je daar met anderen die ook hun beste outfit uit de kast hebben getrokken. Iedereen daar volgt de tradities en patronen en zo voelt het als een warme verbinding. 

Tradities
Die tradities en patronen worden doorgegeven, herhaald en bijna heilig verklaard. Niet omdat ze voor iedereen kloppen, maar omdat ‘we dat nu eenmaal zo doen met kerst’. Waar dat bij mij in het verkeerde keelgat schiet omdat het voelt als een vorm van dwang, voelt het voor anderen als een warme verbinding. En allebei is oké. Het zegt niets over jóú, maar alles over hoe ons brein anders reageert op aangeleerde verwachtingen.

Middenweg
Eerder was ik trouwens aanvoerder van het Team anti-kerst maar ik heb een stapje terug gedaan. Inmiddels vind ik kerst namelijk wel iets leuker. Dit komt omdat ik sinds mijn 18e mijn eigen kerstfeest vier. Die eerste keer was een kerst zonder opsmuk, kerstboom of verplicht samenzijn. In plaats daarvan hing ik 2 dagen lang make-uploos op de bank in mijn joggingpak films te kijken. Oké, er was wel 1 uitje, namelijk naar de McDonald’s voor het ‘kerstdiner’. Waar het trouwens stikdruk is tijdens de kerstdagen.

Later, nadat ik zelf kinderen kreeg, startten we als gezin onze eigen tradities. De kerstboom kwam het huis weer in en de joggingpakken bleven. McDonald’s is verruild voor eerste kerstdag koken door de meiden, en tweede kerstdag koken door de mannen. En de belangrijkste ‘regel’?

Niets moet, alles mag.