Opvoeden is een eitje met de 7 magische woorden
Eerder dit jaar publiceerde ik mijn nieuwste boek ‘De 7 magische woorden waarmee jij jouw resultaten kan beïnvloeden’. Wat ik niet had verwacht gebeurde. Ik krijg dankbare berichtjes van ouders die zeggen: ‘dankzij jouw magische woorden eet mijn kind nu spruitjes’ of ‘ik krijg veel meer voor elkaar bij mijn puber nu ik met woorden goochel’. Zo zie je maar: de goocheltrucs die ik in mijn boek onthul over slimmer communiceren zijn ook toepasbaar in de opvoeding.
Maar
‘Ja maar …’ het lijkt wel alsof je kind niets anders zegt. Van wie zou ‘ie dat toch geleerd hebben? En nu ga ik niet met vingers wijzen hoor, 9 van de 10 mensen doen het. Dus 9 van de 10 mensen beginnen positief (in het voorbeeld is dat ja) om vervolgens het slechte nieuws óf het nadeel erachteraan te gooien. En da’s allemaal goedbedoeld hè. We denken dan dat het slechte nieuws een zachtere landing heeft. Toch is niets minder waar.
Het brein is inmiddels geconditioneerd en delete vliegensvlug de boodschap die vóór het woord maar wordt gezegd. Puur omdat ook het brein feilloos weet aan te voelen dat dat gewoon een verzachter is voor het slechte nieuws óf het nadeel dat erna volgt. Vervolgens ligt de focus op de boodschap ná maar. Ook bij kinderen.
Als jij je nu realiseert dat jouw kind van wat jij zegt alles vóór maar al snel vergeet en vooral onthoudt wat je ná maar vertelt, ziet die goedbedoelde boodschap er net even anders uit. Of niet dan?
- Wat een mooi rapport maar oww, je hebt wel een onvoldoende voor Nederlands.
- Wauw, jij hebt echt je kamer goed opgeruimd maar je moet alleen nog even je prullenbak legen.
- Ik vind dit een hele mooie tekening maar hier heb je wel buiten de lijntjes gekleurd.
Het hele hoofdstuk ‘maar’ vind je ook in de gratis download van de eerste 50 pagina’s.
Omdat
De waarom-fase… Als jij een kind hebt dat al 2 óf 3 jaar is (geweest) dan weet je precies waar ik het over heb. Het is namelijk een herkenbare (en vooral vermoeiende) fase. Van de ene op de andere dag nemen kinderen in die leeftijdsfase niet alles meer zomaar aan. Een vragenvuur is het resultaat: ‘Waarom is rood rood? Waarom moet ik naar bed? Waarom mag ik niet met eten spelen?’ En uit eigen ervaring: ‘Waarom mag ik geen bier drinken?’
En terwijl je die antwoorden zo geduldig mogelijk probeert te geven, codeer jij het brein van jouw kind. Waardoor het kind je uiteindelijk zelfs gelooft wanneer je een onzinnige reden geeft als antwoord op het vragenvuur. Een reden zoals: ‘omdat ik het zeg’ óf ‘omdat het zo is’.
Zij geloven je omdat zij op hun jonge leeftijd de ouders / verzorgers het meest vertrouwen. Dat rotsvaste vertrouwen zorgt ervoor dat ze alles geloven wat na het woord omdat wordt gezegd. Ook al is het jaren later. En zo kom jij ook bij je kinderen prima weg met een antwoord zoals: ‘omdat ik het zeg’ óf ‘omdat het zo is’.
Als je je realiseert dat omdat zorgt voor vertrouwen kan je het vaker in je opvoeding gebruiken. Verwar daarbij omdat niet met z’n zusje want. Dan denken we namelijk dat er iets subjectiefs volgt. Dus zeg niet: ‘Ik wil dat je om 19 uur naar bed gaat want je moet morgen naar school’ maar zeg: ‘Ik wil dat je om 19 uur naar bed gaat omdat je morgen naar school moet.’
Jij
Dit magische 3-letterwoord kan je op meerdere manieren inzetten en draait vooral om de persoonlijke benadering. In dit geval koppel ik het aan het vorige magische woord omdat. In combinatie zijn de 2 (magische) woorden omdat en jij namelijk nog overtuigender dan op zichzelf. Je verhoogt direct de impact van de boodschap. Een paar voorbeelden:
- Kan jij straks even bij de supermarkt een pak melk halen omdat jij toch ook graag pannenkoeken wil eten?
- Het zou fijn zijn als je vandaag voor 21:00 uur thuis bent omdat jij dan op tijd op kan staan voor school.
- Ik stel voor dat jij je lunch vandaag wél in je rugtas doet omdat jij niet voor niets je brood hebt gesmeerd.
Niet
Ik geef het toe, tijdens de opvoeding van mijn kinderen (inmiddels 20 en 18 jaar) improviseerde ik er maar wat op los. Door schade en schande kwam ik erachter wat wel en niet werkte.
Zo zei ik ooit tegen een van mijn kinderen: ‘je mag niet op de bank rennen’. Wist ik veel dat als ik een ontkenning gebruik het tegenovergestelde wordt versterkt?! Dus even later veranderde mijn bank in een atletiekbaan.
Denk je nu: ‘wat is het probleem?’ Mijn kind had spikes aan. Spikes zijn sportschoenen met metalen puntjes aan de onderkant. Metalen puntjes die gaatjes achterlaten als een kind ermee over een gloednieuwe bank rent. Erachter komen dat een positieve benadering beter werkt was een dure leerschool. Toen ik zei: ‘je mag rondjes rennen op de atletiekbaan of in de achtertuin’ zag je de blik in de ogen veranderen. ‘Wauw, ik mag iets én ik mag ook nog eens kiezen.’ Niet veel later rende ’ie 101 rondjes op ons grasveld in de tuin. Tot ’ie er duizelig van werd. Om daarna neer te ploffen op de nieuwe bank die binnen het gezin nog jarenlang gatenkaas-bank werd genoemd.
Terwijl ik tijdens mijn eerste jaren van opvoeden vooral improviseerde, hoorde ik later pas dat het de eerste les is in alle opvoedcursussen: zeggen wat wel mag, in plaats van wat niet mag. Hierdoor ben je duidelijker, is de boodschap positiever en roept die boodschap minder weerstand op. Misschien had ik toch wat van die opvoedlesjes moeten volgen voordat mijn kinderen volwassen waren. Had mij in elk geval de herstelkosten van de bank gescheeld. Ik hoop dat deze tip jou wél op tijd bereikt.
Of
Ken je dat? Na een dag hard werken tover je een warme maaltijd op tafel. Nog voordat het bord met spruitjes de tafel bereikt roept jouw kind: ‘no way, dat ga ik echt niet eten’. Goed, dat zet de toon. Je kan als ouder of verzorger het gevecht aangaan en aangeven dat het kind spruitjes móét eten. Of je stelt de vraag: ‘wil je 4 óf 6 spruitjes eten?’ De kans dat het kind een keuze maakt tussen 4 of 6 spruitjes is groot. Dat er géén enkel spruitje wordt gegeten... die optie is opeens naar de achtergrond verdwenen. Dat is de illusie der keuze. En er is meer: doordat jouw kind zijn/haar/hun keuze zelf maakt en uitspreekt, treedt het beïnvloedingsprincipe commitment en consistentie ook nog eens in werking.
Staan er vanavond geen spruitjes op het menu? Dan heb ik speciaal voor jou deze andere voorbeelden:
- Wil je vandaag deze gele jurk aan of jouw tuinpak?
- Wil je de vaatwasser leegruimen óf liever de woonkamer stofzuigen?
- Zullen we op de fiets óf lopend naar school gaan?
De kers op de taart? Maak de vraag af waarin je het kind een keuze geeft met But you are-free-microcopy. Da’s een simpel, kort zinnetje dat het kind onbewust herinnert aan de keuzevrijheid. Welke But you are-free-microcopy pas jij vandaag nog toe? Het is aan jou.
- Wil je vandaag deze gele jurk aan of jouw blauwe broek? Jij mag vandaag bepalen.
- Wil je de vaatwasser leegruimen óf liever de woonkamer stofzuigen? Kies jij maar.
- Zullen we op de fiets óf lopend naar school gaan? Aan jou de keuze.
Als
Dit is met voorsprong mijn favoriete magische woord. Waarom? Simpelweg omdat het act-as-if-frame een van de vele manieren is om het woord als slim toe te passen. Bij het act-as-if-frame neem je alle weerstand weg. Of eigenlijk: jouw kind neemt zelf z’n eigen weerstand weg.
- Wat kan je allemaal kopen als jij al jouw zakgeld spaart?
- Wat wil je allemaal doen als jij straks jouw zwemdiploma hebt gehaald?
- Hoe blij ben jij straks als je die toets haalt omdat je zo hard hebt geleerd?
Ja
Dit 2-letterwoord is een magisch woord dat je niet letterlijk in jouw opvoeding gebruikt. Wel zorg je ervoor dat het woord ja een plek verovert in het brein van je kind. Op zo’n manier dat hij/zij/het in gedachten steeds weer ja knikt. Daar wil je vast alles over weten, toch? In het laatste hoofdstuk van het boek ‘De 7 magische woorden’ deel ik 10 manieren waarop je dit kan bereiken. Voor dit artikel koos ik er 1 uit die ook weer in de opvoeding supermakkelijk is toe te passen: Rhyme-as-reason.
Rhyme-as-reason is het fenomeen dat een gezegde of een korte uitspraak eerder wordt ervaren als waarheid als het rijmt. Het wordt ook wel het Eaton-Rosen-fenomeen genoemd.
Ik snap heel goed dat kinderen in Sinterklaas geloven. Deze goedheiligman is namelijk het ultieme voorbeeld van hóé het fenomeen van Rhyme-as-reason werkt. Ik heb het dan vooral over zijn gedichten, de Sinterklaasgedichten zoals ‘De Sint zat te denken wat hij jou zou schenken’. Het is namelijk zo dat we eerder overtuigd zijn van de inhoud van de boodschap als zinnen rijmen. Als iets rijmt, dan landt het beter in ons brein.
En niet alleen zijn we eerder overtuigd van de boodschap: ook onthouden we de boodschap beter, ervaren de boodschap als positiever en herhalen de boodschap sneller. Dat zet je aan het denken hè? Ik geef wat voorzetjes hoe jij Rhyme-as-reason kan toepassen in jouw opvoeding:
- Groente is lekker en gezond dus hoppa, doe het nu maar in je mond.
- Als jij nu je kamer gaat opruimen, krijg je van mij straks 2 dikke duimen.
- Met een tandenborstel in je hand, poets jij je tanden schoon: tand voor tand.
Dat waren ze in vogelvlucht: de 7 magische woorden en enkele voorbeelden hoe jij in jouw opvoeding kan goochelen om jouw resultaten te beïnvloeden.