Niet tegen je moeder vertellen hè?
Als 6-jarig meisje zit ik op de bank bij mijn oma. Sproetjes op mijn gezicht, 2 vlechtjes in mijn haar, in een blauw-witte bloemetjespyjama en aan mijn voeten roze fluffy sloffen. Die sloffen matchen trouwens perfect met de roze koek die voor mij op tafel ligt. Een grote roze koek mét een flinke dot slagroom erbovenop. Ernaast staat een blikje Coca-Cola dat dan weer vloekt met die roze kleuren. Die koek en de cola zijn vaste prik als ik bij mijn oma aan de Griendstraat in Osdorp logeer.
‘Niet tegen je moeder vertellen hè?’
‘Nee oma, beloofd.’
En we knipogen veelbetekenend naar elkaar.
Van mijn oma mag ik laat opblijven. Er komt namelijk iets heel bijzonders op de beeldbuis. David Copperfield, een Amerikaanse illusionist, doet vanavond de allergrootste verdwijntruc ooit gedaan door een goochelaar. Hij laat het Vrijheidsbeeld uit de haven van New York verdwijnen.
De show begint. Op een groot rond podium zitten zo’n 30 toeschouwers. Er vliegen 2 helikopters rondjes om het Vrijheidsbeeld. Terwijl David Copperfield allerlei wilde armbewegingen maakt, wordt er een groot wit doek gespannen tussen 2 grote lichttorens. Zo wordt ons zicht op het Vrijheidsbeeld heel even weggenomen. Ondertussen klinkt er keiharde, vrij melodramatische muziek uit de speakers.
Ik houd mijn adem in als even later het witte doek naar beneden valt.
En wat ik dan zie… Ik kan mijn ogen niet geloven. Ik zie… Ik zie… Ik zie… helemaal niets.
Het iconische koperen Vrijheidsbeeld is weggegoocheld.
‘En nu naar bed Nicol, het is al laat.’
‘Waarom moet ik naar bed, oma?’
‘Omdat ik het zeg.’
Ik geef mijn oma een kus op d’r voorhoofd en sjok naar boven naar de logeerkamer. Voorzichtig open ik de deur, er hangt een wat aparte geur. Muffe geur. Waarschijnlijk is het de geur van de nieuwe sprei die oma op mijn bed heeft gelegd. Een sprei gemaakt van een zachte, warme stof en versierd met kleurrijke bloemen. Ik strijk er even met mijn hand overheen en ga eronder liggen. Ik pak mijn lievelingsknuffel extra stevig beet en staar naar het plafond. Urenlang.
Ik kan niet slapen. Misschien komt het door de overdosis suiker na de koek en cola maar de kans is groter dat het komt omdat ik doodsbang ben. Opeens hoor ik voetstappen in de gang. Mijn hartje slaat over en ik zie dat er iemand mijn kamer binnenkomt. Ik duik angstig weg onder de bloemensprei.
‘Nicol, ben je nog steeds wakker?’
‘Ja oma, ik kan niet slapen.’
‘Waarom kan je niet slapen?’
‘Ik ben bang dat er een goochelaar komt die al mijn knuffeldieren wegtovert.’
‘Maak je niet druk lieverd, jij hoeft niet bang te zijn voor magie. Met de juiste intentie helpt magie je vooruit, komt er meer in plaats van minder. Licht in plaats van donker. En weet je? Met magie kan ook jij het onmogelijke mogelijk maken.’
Terwijl oma de kamer uitloopt stelt ze nog een vraag: ‘Nicol, wat zou jij eigenlijk doen áls jij kon goochelen?’
Ik sluit mijn ogen. In mijn dromen komen al mijn wensen uit door te goochelen.
In de jaren die verstrijken transformeer ik van een klein 6-jarig meisje naar de eigenaar van het grootste tekstbureau met volledige focus op arbeidsmarktcommunicatie. Ik schreef duizenden teksten, 3 boeken en inmiddels werken er 12 mensen bij mijn bedrijf. Vandaag is een thuiswerkdag en ik loop een belangrijke offertetekst na.
Terwijl ik de tekst naloop word ik overvallen door een zwaar en negatief gevoel. Waar komt dit negatieve gevoel vandaan? Wat is er aan de hand? Ik liep alleen even die offertetekst na? Opeens weet ik het. Ik weet wat de oorzaak van mijn gevoel is: het is het vierletterwoord ‘maar’.
Dit alledaagse woord komt 51 keer voor in de offertetekst. 51 keer, om zinnen met elkaar te verbinden en in de hoop dat dit woord de prospect door het verhaal heen loodst. IJdele hoop omdat het hier misbruikt is en een averechts effect heeft. De kans dat de ontvanger van deze offerte ooit akkoord zal gaan is 0,0.
Het inzicht dat 1 alledaags woord zoals ‘maar’ zo’n effect heeft op ons brein, intrigeert mij.
Ondertussen realiseer ik mij dat mijn oma ook woorden inzette om mij te beïnvloeden. Misschien zonder dat ze het doorhad, geen idee. Maar ik nam het als een waarheid aan toen ik vroeg waarom ik naar bed moest en zij zei: ‘Omdat ik het zeg.’ Ook denk ik terug aan dat moment, dat al mijn angst als sneeuw voor de zon verdween toen mijn oma vroeg: ‘Nicol, wat zou jij eigenlijk doen áls jij kon goochelen?’
‘Nou oma, ik kan goochelen!’ Ik kan goochelen met woorden. En door die woorden goed in te zetten in mijn verhaal kan ik het brein beïnvloeden, mensen overtuigen en aanzetten tot actie. En zo kan ook ik het onmogelijke mogelijk maken. Net als David Copperfield.
Dat ik ook echt op het goede pad zit, blijkt wel uit de overweldigende enthousiaste reacties op mijn boek De 7 magische woorden. Mensen sturen mij berichtjes dat hun verkoopresultaten zijn toegenomen, dat hun verhaal krachtiger overkomt en zelfs dat dankzij mij hun kinderen spruitjes zijn gaan eten. Dat wil jij toch ook? Vandaag voor 21:00 uur besteld = morgen jouw resultaten beïnvloeden.