Wat Pippi langkous te maken heeft met ons breinsysteem
Bij het scoren van woorden richt ik mij hoofdzakelijk op het eerste denksysteem. Iets met 95% scoringskans versus 5% scoringskans. Waarbij zelfs bij die luttele 5% het eerste denksysteem ook van invloed is. Win-win dus.
Even een recap
Uit onderzoek blijkt dat mensen 3 breindelen en 2 denksystemen hebben. Denksysteem 1 bestaat uit het reptielenbrein en het zoogdierenbrein. Dit snelle systeem neemt beslissingen op basis van instinct en emotie, als het ware op de automatische piloot. Denksysteem 2 is ons rationele brein. Dit trage systeem maakt rationele, weloverwogen keuzes en komt alleen in actie als de automatische piloot hulp nodig heeft.
Systeem 1
Zelf vergelijk ik systeem 1 ook wel met Pippi Langkous. Net als systeem 1 zit zij altijd boordevol energie en ze denkt niet 2 keer na voordat ze handelt. Kan iets sneller of makkelijker, dan is dat hoe het wordt gedaan. Pippi overschat zichzelf, maar het komt altijd weer goed. Er is wel 1 groot verschil tussen systeem 1 en Pippi: Pippi begeeft zich graag buiten de gebaande paden, terwijl de comfortzone de favoriete plek is van systeem 1. Daar waar ’t lekker veilig is.
Systeem 2
Het tweede denksysteem kan je vergelijken met Pippi’s vriendinnetje Annika. Ze is de brave, verstandige metgezel die veel nadenkt, vaak twijfelt aan beslissingen en corrigeert op kritieke momenten. Annika is vaak onder de indruk van Pippi.
Terwijl Pippi altijd actief is, komt Annika alleen in actie als het nodig is. En daarom heeft Pippi de hoofdrol en heeft Annika slechts een bijrolletje. Zo zit het ook met systeem 1 en 2. Denksysteem 1 is het grootste deel van de tijd aan het werk. Uit neurowetenschappelijk onderzoek blijkt zelfs dat 95% van onze mentale functie op dit onbewuste niveau werkt. En dit systeem is subliem te beïnvloeden met beïnvloedingsprincipes. Ook in vacatureteksten.
Wil je hier meer over weten? Bemachtig een van de 15 plekken voor de masterclass Vacatureteksten schrijven voor het brein. Dit wil jij niet missen!
